Algemene informatie

                                                                          Klik hier voor: Gambia op wikipedia

prachtige stranden...
Ligging en landschap
Gambia ligt in West-Afrika. Met een oppervlakte van 11.300 km2 is het lang ongeveer 1/5 van Nederland en België samen. In feite is het een lange strook land, doorsneden door de gelijknamige rivier. Het land is nauwelijks breder dan 35 km, met uitzondering van de kuststrook, die ongeveer 70 km. is. Vanaf het uiterste westen tot aan de oostelijke grens met Senegal is de afstand circa 320 kilometer. Het wordt aan drie zijden ingesloten door Senegal. Het landschap is lichtglooiend. Er komen wat heuvels voor maar die zijn nauwelijks als zodanig herkenbaar. Het noorden van Gambia heeft een park- en savannelandschap, met lange grassen, grote struiken en wat bomen. Ten zuiden van de Gambia rivier begint de bossavanne, grasland met groepen bomen.

Historie
In de 14e eeuw kwamen de Europeanen al naar West-Afrika om te zoeken naar goud. Door de eeuwen heen werd Gambia bezet door de Fransen, de Engelsen en zelfs deels door de Nederlanders. Aangevoerd door de Portugezen werd in de 16e eeuw de slavenhandel de drijfveer voor de Europeanen. In 1965 kwam er een einde aan de Engelse bezetting en Gambia werd onafhankelijk.

Bevolking
markt
Gambia telt naar schatting rum 1,6 miljoen inwoners. De bevolkingsdichtheid bedraagt ongeveer 146 inwoners per km2. Gambia is daarmee één van de dichts bevolkte landen van Afrika.
Het grootste deel van de bevolking woont langs de kunststreek, en met name in de grote steden ten zuiden van de Gambiaanse monding. Hoewel Banjul de hoofdstad is, telt ze slechts 50.000 inwoners. De grootste stad is Serrekunda, telt naar schatting 200.000 inwoners.
De Gambiaanse bevolking bestaat uit een mengelmoes van volken. Allen hebben hun eigen taal maar bijna iedereen spreekt goed Engels, zéker aan de kust. Deze vriendelijke en toegankelijke bevolking is een belangrijke verklaring van de bijnaam van Gambia: The Smiling Coast of West Africa!
 
de typische boabab bomen
Flora & fauna
Gambia ligt in de subtropen. Dat betekent der er letterlijk van alles groeit en bloeit. De bomen zullen het meest opvallen, aar ook kokospalmen zijn volop aanwezig. De grillig gevormde stam van de mahonieboom zal je snel herkennen en de minder voorkomende kaarsrechte stam en de grote bladeren van de teakboom zullen je evenmin niet ontgaan. Verder zul je de cashewnootboom in het gehele land aantreffen, toch zijn zij niet zo verweven met Gambia als de boom die, bij ieder die hem ziet, wel tot de verbeelding moét spreken: de Boabab- of apenbroodboom. Het land is een paradijs voor vogelliefhebbers. Regelmatig worden er nog nieuwe soorten ontdekt. Tot heden telde men meer dan 530 verschillende soorten vogels. Naast de Nationale Parken tref je ook langs het strand, in de mangrovemoerassen en aan de grens van de woestijn, prachtige en vaak totaal onbekende vogels. Naast de vogels, treft men apen, slangen, antilopensoorten, wilde zwijnen en reuzenhagedissen. In de wateren van Gambia leven diverse schilpadden, talrijke hagedissoorten, dolfijnen, waterslangen, nijlpaarden, krokodillen en de meest exotische vissoorten, waarvan enkele zeer zeldzaam.


Religie & cultuur
Gambia is een islamitisch land. Ongeveer 90% behoort tot de islam. De overige 10% behoort tot een andere kerk, met name tot de anglicaanse en de rooms-katholieke. Een groot deel van de bevolking is streng religieus, maar brengt dit niet zo zeer tot uiting.

woensdag 2 februari

boven de Pyreneeën
Eindelijk vakantie! We moesten om kwart over 4 s-nachts op Schiphol zijn, dus van slapen is niet veel terecht gekomen. Om kwart voor 4 werden we opgehaald door de taxi met een alleraardigste chauffeur, die er vrolijk op losbabbelde over wintersport, marktplaats en nog heel veel andere dingen die we inmiddels vergeten zijn, we waren blij dat we wakker waren… Mooi op tijd op Schiphol konden we achterin de rij aansluiten om in te checken. We vertrokken vanaf gate D7, wat later gate D5 werd. De tijd ging redelijk snel voorbij, dat hadden we wel es anders meegemaakt. Precies om 6.40 vertrok het vliegtuig om 2,5 uur later een tussenstop te maken in Malaga. Waarvoor? Geen idee… de crew werd vervangen en er werd getankt, 2 redenen die ons toch niet echt nodig leken, maar we verloren er wel ruim een uur mee. Van Malaga naar Banjul was nog es 4 uur vliegen over Marokko, de Spaanse Sahara, Mauretanië en Senegal. Prachtige uitzichten af en toe, maar 4 uur achter elkaar opgevouwen zitten waren we op den duur wel zat. Eenmaal op het vliegveld van Banjul aangekomen, werden we overvallen door de warmte en de zon. Heerlijk, hier waren we voor gekomen! Uit het vliegtuig werden we in een bus gelootst die ons
200 meter verderop bracht naar de hangar. Daar konden we onze spiksplinternieuwe koffers van de loopband halen om vervolgends in de rij te gaan staan voor de scanner. Daarna wees een mevrouw van Sunweb/Jiba/etc ons naar de bus, die ons vervolgens naar appartementencomplex Riyan reed. De rit viel in kilometers mee, maar duurde lang. We waren moe en ja, dat hebben wij weer… de president had het behaagt ook die middag precies over dezelfde route te komen als wij, dus moest de bus aan de kant van de weg wachten todat de hele militaire colonne voorbij was. Maar we hebben wel de president in z’n hummer voorbij zien flitsen, zien we beatrix nog niet doen. Het appartement is boven verwachting ruim en mooi, in plaats van het geboekte 2 kamer appartement kregen we zomaar een 3 kamer appartement. Nu is de extra slaapkamer heerlijk om je koffers op bed te stallen maar nog leuker is dat ons terrasje grenst aan de binnentuin, waar ook het zwembad is, de 2 kamer appartementen hebben alleen een balkonnetje aan de straatkant, was ook niet erg geweest, maar dit is natuurlijk prachtig.
International Airport Banjul, 1 vliegtuig per uur...
aan de kant voor de president...















Nadat we ons geïnstalleerd hadden, eerst maar eens op pad voor de broodnodige boodschappen, de supermarkt zit meteen naast ons appartement, dus dat is heel makkelijk. De eerste noodzakelijke dingetjes maar ingeslagen, ook weer een ervaring op zich, je mag nog net je boodschappen in je karretje doen, maar daarna wordt het allemaal voor je gedaan, op de band gelegd, ingepakt en als je betaald hebt, worden de boodschappen tot in de keuken gebracht, je geeft de knul 10 dalasi (30 eurocent) en iedereen blij. We hebben buiten gegeten (wat heerlijk!), vers brood met een zelf inelkaar geknutselde tonijnsalade, knakworstjes en een gekookt eitje. De keukeninventaris is wel summier, Bert moest weer terug naar de winkel voor een blikopener en heeft er meteen ook maar een kurketrekker bij gekocht. Echte hollanders als we zijn, willen we dan na het eten toch ook wel een vers bakkie koffie zetten, nu hadden we aan een filter, koffie en filterzakjes gedacht, er vanuit gaande dat er wel een soort van koffiepot oid zou zijn, maar helaas. Het werd dus koffie zetten op een kopje... We waren ondertussen wel pomp-af na een nacht zonder slaap en een dag reizen, dus na een snelle douche lagen we er vroeg in….

donderdag 3 februari

ons appartement (de middelste)
Na een goede nacht, zonder muggen, snel naar de winkel voor een vers broodje, kaas en wat ander beleg. Maureen’s oog viel ineens op een thermoskan voor het kapitale bedrag van zo’n 100 dalasi, nog geen 3 euro dus, was meteen het koffiezet probleem opgelost. Buiten op het terras ontbeten, met een verse bak koffie erbij!
Om 10 voor 10 zou de bus ons komen ophalen voor de informatie ochtend, georganiseerd door de touroperator, normaal laten we dit soort dingen altijd aan ons voorbij gaan, maar omdat we nu toch in een heel ander soort land met bijbehorende cultuur zijn, vonden we het wel slim om maar eens te gaan aanhoren wat de dame te melden had. We hebben er zeker geen spijt van gehad, we werden keurig ontvangen met een welkomstdrankje, wonjo(een heerlijk drankje gemaakt van bloemblaadjes en heel veel suiker), en we kregen een goede uitleg hoe om te gaan met afdingen en de beroemde hustlers en bumsters. Zeker nuttige informatie. Na deze bijeenkomst werden we naar een bank gebracht, om tegen een goede koers wat van onze meegebrachte eurotjes te wisselen. Voor 100 euro kregen we 3800 dalasi, je kunt het niet eens kwijt in je knip. Daarna zouden we nog naar een supermarkt gebracht worden, maar dat bleek dus gewoon “onze” supermarkt te zijn, wel meteen weer een vers broodje gekocht en heerlijk buiten geluncht. De rest van de middag hebben we aan de
rand van het zwembad gelegen op luie ligstoelen, hier waren we ook voor gekomen, rust en zon… Ook hebben we kennisgemaakt met Nederlanders die al 15 jaar naar Gambia gaan, zo’n 9 weken om te overwinteren, dus die hadden ook nog wel wat weetjes voor ons, waaronder de weg naar een andere supermarkt, zo’n 100 meter verderop, waar de markt is, waar je het beste je groente en fruit kunt kopen en meer van dat soort handige tips. We zijn dan ook naar de andere supermarkt gewandeld om de boel eens grondig te verkennen, inderdaad groter en goedkoper, dus we konden wel slagen. Na het avondeten, rijst met kip in satésaus, tomatensalade en een yoghurtje toe, ging Bert zich even verdiepen in de uitstapjes die te maken zijn. Maureen had ’s middags gehoord dat je overgebleven eten vooral niet moest weggooien maar rustig kon aanbieden aan de bewakers die ervoor zorgen dat er geen ongenode gasten het terrein opkomen, dus zij op stap met haar kommetje eten. Toen de bewaker het omgespoelde bakje weer kwam terugbrengen kregen we als dank een verse papaya! De rest van de avond hebben we op zijn Gambiaans doorgebracht…
                    ...NO STRESS IN THE GAMBIA... 

vrijdag 4 februari

de binnentuin voor het appartement
Ondanks dat het vakantie is, moesten we alweer de wekker zetten. De hostess zou rond 10 uur in de lobby zijn om de excursies te bespreken en de bijbehorende “mange penge” in ontvangst te nemen. Nadat we onze excursies  geregeld hadden, snel een vers broodje gehaald en heerlijk ontbeten op ons terras. Vandaag zouden we naar het strand gaan, op zo'n kleine 19 minuten lopen van het appartement. Alleen deden we er wel 20 minuten over, omdat je door iedereen wordt aangesproken. Kennelijk straalde er bij ons de nieuwheid en onervarenheid nog van af...  "hey boss-man, what's your name?" "Is this your first time in the Gambia??" etc... Keep smiling and keep walking, we don't need anything today, maybe next time...  Op het strand is het al niet veel anders, we hadden heerlijke ligbedden gehuurd voor het kapitale bedrag van 10 dalasi per stuk, ons prima geïnstalleerd en ja hoor, de eerste koopwaar werd ons al aangeboden, schilderijen, daarna volgde nog vele sieraden, riemen, horloges, broodjes, sapjes en fruithappen…….pfffff. Het strand zelf is prachtig, niet alleen vanwege de palmbomen en het weidse uitzicht, er is totaal geen hoogbouw of iets wat er op lijkt, maar ook ontzettend veel ruimte, niks hutje mutje, “das ist meine kuile”. Toch is het grappig om te zien wat er zoal om je heen gebeurt, van het hondje die de schaduw van Bert zijn strandstoel uitzocht om te slapen, al
strand Kololi
die mensen die proberen wat te verdienen aan de in hun ogen rijke toeristen, maar ook prachtig uitgedoste Gambianen die hun trouwfoto’s op het strand aan het maken waren, al was de bruid een blanke, naar wij denken Engelse dame, in schril contrast met de Gambiaan die de zee als bad gebruikt, of de dame die geheel gekleed, compleet met hoofddoek in zee ging, haar man en kindertjes waren overigens wel in badkleding. Dat maakt zo’n strandbezoek, ondanks de “storingen” toch wel heel apart. Na het zonnen, zwemmen in zee en mensen kijken, zijn we weer teruggewandeld naar het appartement. Heerlijk opfrissen, een kopje thee op het terras en dan nog even naar de supermarkt, vandaag werd het rijst met kip tandoori. De avond hebben we relaxed doorgebracht, het dagverslag schrijven natuurlijk en lekker op de bank met een boek of een puzzel. Niet al te laat naar bed, want morgen moeten we wel heel erg vroeg op!

zaterdag 5 februari

Om half 5 (!!!)  liep de wekker af, en dat noemen ze vakantie! Om half 6 zouden we opgehaald worden voor onze trip naar Senegal. De nachtportier was niet helemaal blij, hij werd wakker van ons gestommel door de duistere lobby, maar de deur ging gelijk van het slot en 2 stoelen werden gepakt, zodat we netjes konden wachten op de bus. Even na half 6 kwam de bus voorrijden, we waren niet de enigen die nog wat slaperig waren. Na ons moesten we nog naar een paar adressen om mensen op te pikken en daarna reden we naar Banjul, waar we moesten wachten op de ferry. Nu hebben we wel eens meer een tochtje met een veerboot gemaakt, maar dit slaat werkelijk alles! Een oude roestige schuit, die in Nederland waarschijnlijk al 25 keer was afgekeurd en daar ging werkelijk van alles op. Van gammele vrachtwagens, een taxi die het niet meer deed en erop en eraf geduwd moest worden, mensen met allerhande koopwaar op hun hoofd, tot geiten en schoenenpoetsers, een kleurrijk maar oh zo rommelig geheel, een avontuur op zich! Na zo’n 3 kwartier varen over the Gambia River kwamen we in Barra aan. Door onze gids Matarr werden we mee de markt op genomen, dan kijk je ook je ogen uit. Achter de markt stond onze open wagen, een omgebouwde legertruck, alleen via een gammel trappetje te beklimmen.
grensovergang Gambia-Senegal
Eerst werd er koers gezet naar de grens met Senegal, al weet je dat je in een 3e wereldland op vakantie bent, toch schrik je eigenlijk van de armoede die aan je voorbijtrekt, beelden die je alleen kent van je grote mooie kleurentv thuis. Schamele hutjes rond een waterput zijn geen uitzondering maar regel. Opvallend is ook de in onze ogen “troep” die overal ligt, waarschijnlijk ligt het te wachten tot er weer een onderdeel nodig is. Na een uurtje waren we bij de grens, de bus wordt meteen bestormt door voornamelijk kinderen die of iets aan je kwijt willen, bananen of pinda’s, of iets van je willen hebben, “sweets” “minty’s”, pennen/potloden of “presents”. Onze gids Matarr was met de paspoorten naar de douane om de broodnodige stempels te halen, leuk als aandenken maar we vragen ons nog steeds af of er iemand iets gemerkt had, als we gewoon doorgereden waren, de hekken stonden gewoon open en er was geen douanier te zien, die zaten vast allemaal binnen te stempelen.
 Al vrij snel na de grensovergang was de bestemming bereikt, Wildpark Fathala, in een gebied van 2000 hectare waar oa giraffen,  neushoorns, wrattenzwijnen (pumba’s) en wat kuddes antilopes rondlopen…tsja…ga dan maar eens zoeken waar ze zijn! Op het dak van de truck zat dan ook een gids van het wildpark, en zodra zij iets in beeld had, ging de truck van het onverharde pad af, dwars door de bush om zo dicht mogelijk bij de dieren in de buurt te komen, Bert heeft mooie plaatjes kunnen schieten. We zijn zo’n 2 uur kris kras door de “jungle” gehobbeld en hebben zelfs 1 van de 2 giraffes gezien. Hierna gingen we weer terug naar de ingang van het park, achter hekken zaten 2 hyena’s, en op een muurtje 2 van de 3 bavianen, in 1e instantie zag het er toch wel diervriendelijk uit, totdat we er achterkwamen dat ze vast zitten aan een tuigje met 3 meter ketting. De meeste van ons reisgezelschap vonden het zielig en echt niet kunnen, hoog tijd om de
 apenbescherming erop af te sturen, meteen merk je dan ook het verschil met de Gambianen, die vonden het vreselijk vermakelijk allemaal. Gelukkig was het tijd geworden voor de lunch, verse stokbroodjes die je zelf kon beleggen met een soort van aardappel/ei salade, tonijnsalade, “iets” met garnalen, tomaten en komkommer. Uit de meegesleepte koelbox kwamen flesjes fris. Heerlijk! Na de lunch kon je nog eventjes zelf aan de wandel, de schildpadjes fotograveren of de zebra’s die vrij op de bijna lege parkeerplaats rondlopen. Weer werd er koers gezet naar de grens, waar de procedure van ’s morgens zich herhaalde, de gids verdween met alle paspoorten naar binnen en wij werden weer bestookt met van allerhande koopwaar.
Hierna was het tijd voor de volgende “attractie”, een bezoek aan een plaatselijk
Wildpark Fathala in Senegal
 dorpje, eerst werd ons speciaal gebatikte doeken geshowt en daarna werden we hartelijk ontvangen door de vele vele kinderen en liepen als snel met 3 of 4 kinderen per persoon om ons heen naar de dansplek onder een paar grote Baobab bomen lekker in de schaduw. Nadat de kinderen ons de dans hadden laten zien en uitleg was gegeven over wa het allemaal te betekenen had, werden ook wij uitgenodigd om mee te doen. Het scheen een soort vruchtbaarheidsdans te zijn, dus Maureen heeft voor de eer bedankt, 4 is echt genoeg! Daarna zijn we weer terug naar de bus gewandeld, opnieuw uitgebreid uitgeleide gedaan door de kinderen. De weg terug was net als de weg heen, maar erg indrukwekkend, overal armoede, overal (toch blij uitziende) kinderen die naar je zwaaien en "toubab, minty!" roepen... (toubab is bijna je 2e naam in Gambia, deze wordt voornamelijk door de kinderen gegeven. Zeker als je je buiten de toeristen zone begeeft komen de kinderen uit alle hoeken en gaten lachend naar je toe gelopen/gerend en tegelijkertijd Toubab roepend. Toubab betekend eigenlijk ‘witte mens’ of anders gezien een wandelende portemonnee. Ze willen graag een snoepje, een pen of geld en zijn gek op lege water flessen). De terugtocht met de ferry was weer net zo’n kleurrijk en aparte belevenis als die in ochtend, deze ferry was alleen iets groter en ook iets nieuwer, zodat we een heerlijke zitplaats op het bovendek konden bemachtigen. Na zo’n 3 kwartier varen waren we weer heelhuids aan de overkant. In omgekeerde volgorde werd iedereen weer bij zijn/haar hotel of appartement afgezet. Daarna wat boodschapjes voor het avondeten, een pasta met bolognesesaus, een lekker toetje en na de koffie moe maar voldaan naar bed, bijkomen van alle indrukken...

zondag 6 februari

ingang appartement, met direkt ernaast de supermarkt
Voor het eerst deze vakantie konden we uitslapen en dat hebben we dan ook heerlijk gedaan, we waren behoorlijk onder de indruk van alle belevenissen van gisteren. Na het ontbijt op ons terras, zijn we ons op de ligbedden bij het zwembad gaan installeren, het was zomaar een keer “druk”, wat eigenlijk betekent dat alle bedden bezet waren (voor het eerst en - achteraf gezien - ook voor het laatst...). Gambia is een heerlijk land voor een strand/zee en zon vakantie, staat het ook bekend om zijn sekstoerisme. Oudere (vooral) Engelse dames met jonge potente Gambianen, of mannen (niet persé oudere in dit geval) met jonge Gambiaanse schonen. Zo waren onze naaste buren zijn 2 Engelse “dames” die enkele heren aan de haak hadden geslagen. Na het zonnebaden nog even naar de supermarkt, heerlijk dat die zo dichtbij is, vandaag hadden we lekker kipburgers, gebakken aardappeltjes, gemengde groenten en komkommer/tomaten salade. ’s Avonds op de bank een film gekeken, een hapje en een drankje en alweer een heerlijke dag voorbij, 34 graden, begin februari...

maandag 7 februari

Een ietwat onrustige nacht, onze buurdames uit Wales waren wel zeer luidruchtig, Bert is er dan ook om half 5 uitgegegaan om even stevig op de deur te kloppen, gelukkig hielp het en konden we toch nog een uurtje of wat rustig slapen. Na het ontbijt en nadat we ons beklag hadden gedaan bij Maria de manager, koers gezet naar het strand. Een wandelingetje van 10 minuten met allerhande kletspraatjes tussendoor. We hebben weer ligbedden gehuurd, schelpjes gezocht en lekker gezwommen. Ondanks dat we ons goed en vaak hadden ingesmeerd, ging het toch iets harder dan gedacht en hebben we al behoorlijk kleur gekregen. Op het strand hebben we
een praatje gemaakt met de sapjesverkoper, hij had in de 10 jaar dat hij op het strand werkt, behoorlijk wat Nederlands geleerd en was zeer geinteresseerd in Ajax, hij kon veel namen van voetballers opnoemen, echt leuk. We hebben dan ook maar een vers geperst sapje bij hem besteld, heerlijk! Na het strand weer teruggewandeld naar ons appartement, aan de overkant was het Rootsfestival, dus zijn we daar ook een kijkje gaan nemen. We hebben een rondje over de markt gemaakt, wat rondgesnuffeld, op zijn Hollands “de markt verkend” maar nog niets van onze gading
kunnen vinden, we hebben immers nog tijd zat om souvenirs te kopen... Opvallend toch dat je overal beelden van de president ziet (zie links). Tegen de avond even bijkomen op ons terras, een snelle douche, je moet wel opschieten want anders is het water koud, brrrrr, nog even naar de supermarkt en de warme hap klaarmaken.’s Avonds heeft Maureen zich nog vermaakt met de luxe van de wasmachine, het gaat wel iets anders dan wij met onze volautomaten gewend zijn, maar toch was het fijn dat het apparaat er stond. De badlakens kunnen na het strand fijn uitgespoeld, je hangt het op en de volgende ochtend is het toch weer droog! Verder hebben we ons allebei vermaakt met een goed boek.

dinsdag 8 februari

Vandaag alweer de wekker zetten, want de orientation tour stond op het programma. Snel een bakkie en een broodje om om 8.00 voor de deur klaar te staan. De open jeep was iets verlaat door de file (...???). Ha, we wisten niet dat dat in Gambia ook bestaat, misschien kunnen we het beter op GMT oftewel Gambia Maybe Time houden. Als eerste gingen we naar de batikmarkt in Serekunda, de grootste stad van Gambia, een plaatselijke kunstenaar liet zien hoe het in zijn werk gaat, als het ontwerp op de doek getekend is, worden de stukken die nog geen kleur moeten krijgen, voorzien van een laagje was, natuurlijk mochten wij dat ook even proberen. Dan gaat de doek in een verfbad, daarna in heet water om de was te verwijderen en het hele proces begint weer opnieuw om weer een andere kleur toe te voegen. Na het bezichtigen van al het moois, ging de truck verder naar de hoofdstad Banjul, een bezoekje aan het Nationale museum, stond als eerste gepland. Een flink stuk van het museum was gewijd aan het
National Museum
koloniale tijdperk, maar er was ook genoeg te vinden over geschiedenis, tradities en kunst/muziek in Gambia. Bijzonder om te zien dat alle voorwerpen “gewoon” aan een spijker aan de muur hangen, niets geen electronische beveiliging of suppoosten. Na een half uurtje rondgewandeld te hebben, werden we afgezet bij de Albert markt, de grootste markt in Banjul, onze gids Alieu (zeg maar Ali) nam ons mee door smalle straatjes naar een “brug” over de markt, een geweldig punt om alle drukte onder je te bekijken en foto’s te maken. Hierna kregen we een kijkje bij de “ateliers” waar prachtig geborduurde kleding werd gemaakt. Niet meer dan een hokje met een tafel, een elektrische naaimachine en veel kleurige lappen. Ook kregen we een rondleiding door een stuk overdekte markt, waar de vis en het vlees verkocht wordt. Als onze keuringsdienst van waren hier eens zouden rondwandelen kregen ze meteen een appelflauwte, ongekoeld en vol met vliegen, nee dank je, geen biefstukje voor ons vandaag. Hierna was
Albert Market
het tijd voor de “toeristenmarkt”, vooral tassen, houtsnijwerk, kralen, kettingen en dat allemaal voor “very special prices” jaja. Toch hebben wij ook een prachtige strandtas gekocht, om toen tot de ontdekking te komen dat de dalassi’s bijna op waren. De alleraardigste dame van de shop liet haar winkeltje in de steek om de weg te wijzen naar het geldwisselkantoor, ze had heel goed door dat Maureen een omslagdoek op het oog had en wou graag wat van haar handeltje kwijt natuurlijk. Voor de zekerheid had Maureen toch ook maar gids Ali gevraagd om mee te lopen. Tegen een uitstekende koers weer wat van onze euro’s gewisseld en de onderhandeling voor de omslagdoek kon beginnen….t blijft een spel natuurlijk, flink laag inzetten om uiteindelijk op ongeveer de helft uit te komen. Deze dame was wel heel slim, na de onderhandelingen wilde ze eigenlijk ook nog wel een gedeelte van de opbrengst van de goede koers…ja daag, t blijft geen feest….. Op de heenweg hadden we met Alieu afgesproken om bij de Arch22 nog
Arch 22
even te stoppen, het hoogste en meest onnuttige gebouw van Gambia, een monument ter ere van de staatsgreep op 22 juli 1994 van de huidige president, een soort moderne versie van de Arc de Triomphe. Hoog bovenin het monument is een museum gevestigd dat gewijd is aan de Afrikaanse culturen in Gambia. Langs de hoofdweg, de enigste 4 baansweg die Gambia rijk is, staan stammenbeelden. Elk beeld vertegenwoordigt een van de stammen die in Gambia wonen en het geheel geeft een goed beeld van de vreedzame Gambiaanse samenleving. Eventjes verderop liggen aan zee de 2 grootste begraafplaatsen, om de traditie in stand te houden, de beroemde "Kerkhof-op-
het-kerkhof-foto", werd ook hier even gestopt, natuurlijk hebben we onze 4 reisgenoten even ingelicht over deze traditie. Zonder verder oponthoud zijn we doorgereden naar Bakau, naar de Kachakally Crocodile poel, volgens het heersende bijgeloof zou het water van deze poel je vruchtbaar maken. De eerder vertoonde “krokodillendans” had alles met dit bijgeloof te maken. Ook konden we krokodil “Charlie” aaien, enigszins voorzichtig, al is het een volgevreten (en verdoofde??) krokodil, je weet het toch maar nooit. Na een rondje rond de poel, de babykroks waren best heel schattig en de nodige fototjes natuurlijk, was het tijd geworden om op te stappen. Een lunch op het strand stond nog op het programma, een vers broodje kaas of ham om daarna weer teruggebracht te worden naar Riyan appartments. Rond half 3 waren we weer “thuis”, lekker bijkomen bij het zwembad en verder rustig aan gedaan.
Enorme boom in Serakunda
Bert en Alieu
Albert Market in Banjul + you tube filmpje
                          

woensdag 9 februari

Na het inmiddels gebruikelijke ontbijt op het terras, zijn we naar Senegambia gewandeld waar de lokale “crafmarket” gevestigd is. De “winkels” zijn niet groter dan een gemiddeld groot schuurtje, de koopwaar staat ervoor op de grond en de iets minder bedeelden hebben hun spulletjes op een tafeltje uitgestald. De keus is enorm en iedereen wil maar wat graag een praatje met je maken en je hun winkeltje “binnenlokken”, gelukkig hebben we vakantie en kunnen we de tijd nemen om te kletsen, al zijn we maar niet overal naar binnen gegaan om te “kijken, kijken, niet kopen”. Uiteindelijk viel ons oog op prachtige Afrikaanse maskers, natuurlijk moesten we “inside” om alles te bekijken en kregen we enorm veel uitleg over de betekenis van de verschillende maskers. Wij kozen de African Queen en de onderhandelingen konden beginnen, t is een spel en
als je er eenmaal aan gewend bent is het ook eigenlijk best leuk. Het gaat ook op een zeer vriendelijke manier, met grapjes en gelach en uiteindelijk wordt de koop besloten met een handdruk. Dan wordt er uiteraard nog geprobeerd om je nog meer te laten kopen, maar daar zijn we niet op ingegaan. Later deze week gaan we nog naar Brikama, de grootste markt op houtsnijwerk in Gambia, dus willen we even wachten met nog meer kopen. Met de nieuwe aanwinst in de tas zijn we weer teruggewandeld, we kwamen nog weer een andere supermarkt tegen, zijn we toch ook maar even gaan kijken, maar het assortiment was niet groter dan de supermarkt naast de deur, wel waren de sigaretten hier goedkoper, dus een slof meegenomen voor 100 dalasi !! We blijven toch op de kleintjes letten haha... Na de lunch hebben we ons bij het zwembad geïnstalleerd en zijn de rest van de middag lekker lui geweest. ’s Avonds wat gewerkt aan ons dagverslag en tv gekeken, voor zover als dat mogelijk is dan, het is in The Gambia helemaal niet gek dat regelmatig de stroom uitvalt. Nu hebben wij nog geluk dat er een generator aanwezig is, die ook voor de supermarkt de nodige stroom opwekt, zodat na een korte tijd het licht wel weer aanspringt.

donderdag 10 februari

Alweer mooi zonnig weer vandaag, het is toch wat... We zijn toch ook eigenlijk wel voor de zon gekomen, dus vandaag weer lekker naar t strand, lekker relaxen met een boek of een puzzelboekje en het blijft natuurlijk leuk om naar mooie blije mensen te kijken. We hebben ons weer heel luxe een sapje laten brengen voor de broodnodige vitamientjes. Verder is er niet zoveel te vertellen over deze dag. Na het avondeten zijn we naar “Barstreet” gewandeld, het straatje naast de Craftmarket, een kwartiertje wandelen ongeveer. Heel gecentreerd zijn hier de eettenten en de terrasjes. Genoeg keus maar t is absoluut geen “Costa”. Van de buren hadden we gehoord dat het bij Ali Baba garden erg gezellig
moest zijn, met levende muziek erbij. Het is fantastisch om te zien hoe zo’n horeca gelegenheid gerund wordt, voornamelijk obers rennen heen en weer, en bonnen en het geld brengen zij bij “madam” die achter haar tafeltje zit, vriendelijk haar klanten groet, als extratje een plakje cake laat brengen, maar ondertussen haar personeel goed in de gaten houdt. Wat een verschil met het doorgeschoten spanje om maar wat te noemen. Hebben we het nog niet eens over de prijs... 2 biertjes en 2 colatjes voor 110 dalassi… nog geen 3 euro, we willen blijven:) !!

vrijdag 11 februari

Maureen in de klas en filmpje van andere maar vergelijkbare school.

Op onze excursiedagen moeten we altijd de wekker zetten om om 8 uur kant en klaar te staan, een beetje rekening houden met the gambian maybe time, wordt het meestal wel iets later, maar niet vandaag, gids Matarr, chauffeur Mozes en de papparazzi guy stonden al voor 8en op ons te wachten. Snel de open truck in voor de 4wheel drive adventure, waarbij 4wheel staat voor simpel 4 wielen, na ons moesten we nog langs 3 adresjes, om de laatste mensen op te halen. Als eerste gingen we naar Serakunda om een school(tje) te bezoeken. In Gambia bestaat geen leerplicht. De overheid bouwt scholen maar heeft veel te weinig middelen om voldoende te bieden en resultaat te behalen. Op initiatief van de bevolking worden er met gemeenschapsgelden scholen gebouwd, om zoveel mogelijk kinderen te kunnen onderwijzen. De meeste van die scholen zijn in slechte staat, met name in het binnenland. Er wordt les gegeven aan soms wel 80 tot 100 kinderen tegelijk, in een kleine ruimte zonder enige
schoolvoorzieningen. Het kost ouders ongeveer 50 euro per jaar om een kind naar school te laten gaan. Niet veel voor onze begrippen, maar als je niet meer verdient dan 60 euro per maand is het een vermogen.De Nursery school, of wel kleuterschool, biedt onderwijs aan kinderen tot ongeveer 7 jaar. Dit wordt opgezet door privé initiatieven van de bevolking en gebouwd met giften en fondsen. Vanaf 7 jaar gaan de kinderen naar de Primary school of wel basisonderwijs, die ongeveer 6 jaar duurt. Veel gezinnen kunnen het schoolgeld echter niet betalen, dat betekent dat de kinderen geen onderwijs volgen of slechts een gedeelte. Vooral veel kinderen op het platteland hebben deze kans helemaal niet omdat hun inbreng bij het werk op het land en in de huishouding noodzakelijk is. Slechts zeer weinig kinderen gaan door naar de Secondary school of wel het middelbaar onderwijs, omdat de schoolkosten voor de meeste ouders veel te hoog zijn. De directeur van de school hield zijn welkomstwoord en legde het
schoolsysteem uit,  ook deze nursery school kan alleen maar bestaan door giften. Als eerste mochten we in de klas bij de jongste kleuters, een kale ruimte, niet groter dan onze gemiddelde huiskamer met stoelen, tafels, 45 kleintjes en 1 juf. Geen leermiddelen, geen speelgoed, geen spelletjes, niets, maar dan ook echt niets was er in de klas, hartverscheurend om te zien, zeker als je je bedenkt hoe wij ons, binnen de kinderopvang, druk maken over leidster-kind ratio, kwaliteit en verantwoord speelgoed, natuurlijk niets mis mee, maar als je dan in zo’n klas bent, dan is dat wel een schril contrast met waar wij aan gewend zijn. Ook de andere klassen werden bezocht en overal werden wij enthousiast toegezongen, zelfs het aloude Vader Jacob werd ten gehore gebracht. In totaal zijn er zo’n 200 kinderen op deze school, die natuurlijk ook buiten mogen spelen, 2 schommels en een aftandse glijbaan…and that’s it. Een aftandse waterput en 1 wc, nou ja wc, oneerbiedig kun je spreken van een gat
in de grond en handen wassen??...geen idee waar dat zou moeten gebeuren. Toch is verbazingwekkend, ondanks deze in onze ogen erbarmelijke omstandigheden, hoe vrolijk en vriendelijk zowel de leerkrachten als de kinderen waren. Uitgezwaaid door de kinderen vertrokken we voor het volgende deel van ons uitstapje, een bezoek aan de markt van Serakunda, vergelijkbaar met de markt van Banjul, smalle straatjes met voornamelijk vrouwen die hun waren aanbieden. Voordat we met de groep, zo’n 18 mensen overigens, de markt over zouden gaan, vertelde Matarr meer over de functie van de kolanoot, een belangrijk sociaal gebeuren in The Gambia. Je geeft de kolanoot als teken van vriendschap, maar ook om je a.s. schoonouders gunstig te stemmen, laat je kolanoten bezorgen. De straatjes van de markt waren smal en vol, een bonte kleurige uitstalling van vooral groente en fruit. Na het bezoek aan de markt ging de trip verder via een veemarkt (en gieren in de bomen!) en stoffige zandwegen naar een echte
compound, waar we door de dorpsoudste(n), de medicijnman en de rest van de aanwezige bewoners werden begroet. Niet zomaar in het algemeen, iedereen werd persoonlijk de hand geschud en was het de bedoeling dat je antwoord gaf in het Wolof, al hebben we nu nog geen idee wat we nu eigenlijk gezegd hebben, “veel zullen we geven” misschien? Nadat ons een kijkje was gegeven in het dagelijkse leven, waaronder de “centrale keuken”, kregen we een vers bakkie koffie met een stukje brood en werden we vermaakt met dans en muziek. Maureen heeft op de baby van 1 van de danseressen gepast, toch nog een stukje kinderopvang in The Gambia. Ook mochten we op de Djembé trommelen, t viel nog niet mee allemaal en Bert heeft zelfs meegedanst! Nadat we afscheid hadden genomen van de compound werd er koers gezet naar het strand, onderweg heeft Matarr veel uitleg gegeven over dat wat we onderweg zagen, van vogelnesten tot mango en cashewnotenbomen. Ook hier overal
onderweg zwaaiende kinderen die hopen op een "minty"... Midden in de rimboe was er even gelegenheid voor een plaspauze, dames links, heren rechts, en waar ze vandaan kwamen, we weten het nog niet, ineens waren we weer omringd door jongelui die zeer graag een “best friend” in Holland wilden hebben, voorgeschreven papiertjes met telefoonnummers
en emailadressen werden in onze handen gedrukt. Inmiddels weten we ook wel wat de bedoeling is van Best Friend zijn, ze hopen een financiële ondersteuning los te peuteren, een manier die wij westerlingen niet kennen, maar gezien de schrikbarende armoede is het niet gek dat ze het bij iedereen proberen. Na dit intermezzo was het nog eventjes rijden en kwamen we op het strand aan, een verlaten strandhut was t doel, daar zou de lunch geserveerd worden. Grote schalen met kippenpootjes, pittig gekruide rijst, gebakken aardappelblokjes en salade werden op de tafel gezet en kon iedereen de bordjes vullen. Na de lunch was er nog gelegenheid tot zwemmen of lekker ff relaxen in het zonnetje. Nadat iedereen zijn spullen weer bij elkaar had gezocht werd er koers gezet naar het vissersdorpje Tanji, daar werden we opgewacht door de plaatselijke “gidsen”, jongens van zo rond de 12 jaar. Zij vertelde je alles over het drogen, roken en het bewaren van de vis. Ze wisten je ook alles te vertellen over de
soorten vis die binnengebracht werden, de “ladyfish”, barracuda’s en allerlei andere soorten, waarvan we de namen inmiddels weer vergeten zijn. Daarna werden we nog naar de “vismarkt” gebracht, tsja…net zoals het vlees op de markt, wordt ook de vis niet gekoeld bewaard, Maureen voelde zich niet geroepen om een visje te kopen voor bij het avondeten, om maag-darm problemen te voorkomen. De gids van Maureen had nog een slimmigheidje bedacht, onder het teruglopen naar de bus vertelde hij dat om naar school te kunnen, hij toch echt een schooltas nodig had en de winkel waar de schooltassen verkocht werden echt heel dichtbij was. Tsja, dat hebben we toch maar niet gedaan, al hebben we de jongens heus een leuke fooi gegeven voor al hun informatie. Langzaamaan was het weer tijd geworden om in de 4 wheel te stappen en terug te rijden om iedereen weer bij de hotels en appartementen af te zetten. Moe van alle indrukken, een snelle pasta schotel gemaakt en bijtijds onder de wol.